Metaaldraad Stoer. Of fragiel, haast bezwijkend. Doorlopend zonder begin of einde. Zichtbaar: de sporen van wals, hamers, mallen en tangen. Want deze objecten zijn er niet zomaar, ze ontstaan door kracht – of juist door haar beheersing: het walsen, buigen, hameren en wikkelen. Draden worden driedimensionaal. Waar is de grens tussen een 'object' en iets dat er net niet is? De metalen objecten zijn niet ‘af’. Dat ‘afmaken’ gebeurt pas in het hoofd van de kijker: wij herkennen een ‘vorm’. We vullen haar aan. Maar dat betekent niet dat de vorm zelf ‘gevuld’ is. In tegendeel: de draden omsluiten lucht en maken zo ruimte zichtbaar. Er ontstaat een twee-eenheid: transparante vorm – en leegte. Het Japanse woord ma (間) betekent opening, ruimte of pauze. Anders dan in het Westerse denken, waarin we ‘ruimte’ als een gedefinieerde driedimensionale werkelijkheid zien, is ma vorm én niet-vorm. De gelijktijdige ervaring, daar gaat het om. Ruimte is dan niet meer vastomlijnd, maar meerduidig, ambigu. Ruimte wordt tussen-ruimte. Nooit is precies duidelijk wat binnen en wat buiten is. Er is een schemerzone, die nog niet is ingevuld. Leegte, vol van mogelijkheden. Leeg is niet 'leeg'. Bouwen daarentegen is insluiten van ruimte. Buiten wordt binnen. Onherroepelijk. 21x10x4 centimeter, de maat van een oer-Hollandse baksteen. Het Vechtformaat. Tekst: Andrea Prins
Erasmuslaan 5
3584 AZ Utrecht
Maandag t/m Donderdag op afspraak
Vrijdag t/m zondag
13.00 – 17.00 uur
Andere tijden op afspraak